Trends in uitvoering: minder productie, met meer personeel
In de periode 2006-2022 neemt de productie van veel uitvoeringsorganisaties af, terwijl de inzet van middelen minder afneemt of zelfs groeit, vooral de personele inzet. Dit leidt bij de meeste organisaties tot een negatieve productiviteitsgroei. Dat blijkt uit een beschouwing van de productiviteitstrends van 14 grote uitvoeringsorganisaties door IPSE Studies.
Voor deze beschouwing is gebruikgemaakt van de meest recente data van de monitor Trends in Uitvoering. Deze monitor bevat informatie over de ontwikkeling van productie, kwaliteit, kosten, personeelsinzet en productiviteit van organisaties die zich bezighouden met de uitvoering van de publieke dienstverlening.
Productiviteitsontwikkeling bij 9 van de 14 uitvoeringsorganisaties negatief
Uit de analyse blijkt dat in de periode 2006-2022 bij de meeste uitvoeringsorganisaties sprake is van een dalende productie. Dit gaat bij 7 organisaties niet gepaard met een evenredige daling van de ingezette middelen. Als de ingezette middelen minder afnemen dan de productie of zelfs toenemen resulteert dit in een negatieve productiviteitsgroei. Dit geldt ook voor de 2 uitvoeringsorganisaties waarbij de productie wel stijgt, maar wordt overtroffen door de groei van ingezette middelen.
De (ongewogen) gemiddelde jaarlijkse productiviteitsgroei van de 14 uitvoeringsorganisaties gezamenlijk blijft hiermee in de periode 2006-2022 achter bij de marktsector, terwijl in de periode 2006-2021 de productiviteitsgroei van de uitvoeringsorganisaties juist sterker was.
De resultaten van de trendanalyse zijn te raadplegen in de Factsheet productiviteitstrends uitvoeringsorganisaties, 2006-2022.
IPSE Studies
Het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies (IPSE Studies) voert voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verschillende onderzoeken uit naar de productiviteitsontwikkeling en de doelmatigheid in de publieke sector. Meer informatie over IPSE Studies.