Interview Klaas de Vries

INTERVIEWSTER: Klaas, van harte welkom.
Wij gaan een gesprek voeren over de ontwikkelingen in het lokale bestuur waar jij heel veel jaren een bijdrage aan hebt geleverd en dat begon als raadslid.
Ja, ik was raadslid in Delft in 1972, '71-'72.
En daar kwam ik in via de lokale afdeling van de Partij van de Arbeid.
En ik moet je zeggen dat die indruk die ik daar heb opgedaan mij altijd is bijgebleven.
-En wat was dat dan?
Nou, in de eerste plaats vond ik het fantastisch om te zien wat de gemeente allemaal doet voor mensen. Dat is echt hands-on, hè?
Je hebt de mensen en je hebt de dingen om je heen het verkeer, de stadsparken, scholen en die gemeente doet al dat soort dingen. En dat vond ik geweldig om te zien.
Ik wist dat eigenlijk niet zo goed, nooit van zo dichtbij.
In de tweede plaats heb ik daar ontzettend veel geleerd want ach, iedereen denkt dat hij wel weet wat politiek is maar het is in zo'n gemeenteraad natuurlijk ook overleg met anderen kijken wat je wél kunt discipline met begrotingen en dat soort dingen dus daar heb ik ontzettend veel geleerd.
En ik heb altijd gedacht: lokaal bestuur, dat is toch de leerschool van de democratie.
INTERVIEWSTER: Is daarmee de gemeente voor jou ook de eerste overheid?
Ja, maar dat zegt me niet zo veel, maar het is voor de burger de eerste overheid.
Daarmee heeft hij het meest te maken.
Het gekke is dat in de perceptie van burgers vaak de rijksoverheid, de landelijke overheid nog steeds op de eerste plaats komt.
Maar ik geloof dat voor de burger op het ogenblik en zeker na al die decentralisaties die er geweest zijn langzamerhand het lokale bestuur de meest relevante overheid wordt.
INTERVIEWSTER: Maar die inwoners, burgerbetrokkenheid eh, eh, rechtstreeks kiezen natuurlijk van de gemeenteraad benaderbaarheid van het gemeentebestuur...
Maar er zijn natuurlijk heel veel mensen die met bewonersraden, met wijkraden met dorpsraden een verdergaande bijdrage willen leveren.
Hoe zie jij die ontwikkeling van dat meedoen van die eigen inwoners in verhouding tot dat gemeentebestuur?
Het is eerst, denk ik, altijd heel erg nuttig om 's te kijken hoe de feiten zijn.
Als je mensen vraagt: Wilt u erbij betrokken zijn, wilt u participeren dan zeggen ze allemaal 'ja', hè? Het is ongelooflijk populair om niets te laten beslissen zonder...
Maar als je zegt: Bent u bereid om mee te doen? Dan is het bijna nul.
Er zijn ontzettend weinig mensen die zin hebben om...
INTERVIEWSTER: Tot de school dreigt te verdwijnen of het zwembad dicht dreigt te gaan.
-Natuurlijk. Dat is ook heel begrijpelijk.
Ik geloof dat ik zelf ook niet zo veel behoefte heb aan bemoeienis van de gemeente met mij.
Ik bedoel, als ik met andere mensen dingen kan doen en we leven in een vrij land, dus je kunt bijna alles doen wat je wilt dan is dat prachtig.
-En de riolering doet het en de straatverlichting doet het en...
-Ja, sorry, dat zijn natuurlijk toch...
INTERVIEWSTER: Dat zijn de kerntaken. KLAAS: De basisvoorwaarden.
En verder heb ik de wethouder eigenlijk niet zo erg nodig en het college ook niet zo erg.
Ik moet een rijbewijs verlengen en een paspoort halen.
INTERVIEWSTER: Ook nog maar één keer in de tien jaar.
En ik vind het wel prettig om te weten dat er een fatsoenlijk gezelschap zit dat probeert het goeie te doen voor die gemeente. Dat vind ik heerlijk.
En ik ga ook wel 's naar een gemeenteraad, 's even kijken.
En Maar ja, goed, je moet er ook al echt veel interesse voor hebben om dat interessant te vinden.
Maar ik ken ontzettend veel mensen, ik wist niet dat het er zo veel waren die zeggen: Nou, het gaat hier toch goed?
-Ja.
En dat is dus veel belangrijker dan zeggen: Iedereen moet participeren in dat openbaar bestuur. Daar is geen sprake van.
Je moet de mensen vooral een kans geven zichzelf te ontwikkelen en nuttige dingen te doen.
Ik heb liever een hele hoop mensen die muziek maken in een dorp dan dat ze allemaal op die tribune van de gemeenteraad zitten om te kijken hoe het volgende bestemmingsplan eruitziet.