Interview Wim Deetman

INTERVIEWSTER: In die tijd ontwikkelde de inwonerbetrokkenheid de burgerparticipatie zich ook.
Ja, maar in mijn beleving niet zo intensief behalve misschien één punt. Dat heb ik niet meer kunnen nagaan wanneer het in de Gemeentewet gekomen is maar dat zal wel ergens in de jaren tachtig of negentig geweest zijn.
Ik weet niet of alle burgemeesters dat artikel kennen.
Ze kennen het artikel over de openbare orde en veiligheid uit hun hoofd maar daarvoor staat een artikel, dat is 170, lid 1 en de burgemeester heeft een expliciete verantwoordelijkheid en die is er niet bij de dualisering in gekomen om de procedures te bewaken rond inspraak en de betrokkenheid van de burger.
Eh, eh Dat moet wel de vrucht geweest zijn van de discussie over inspraak van burgers en dat kennelijk de wetgever ooit gezegd heeft van: Ja, we kunnen dat opnemen en dat moet geregeld worden, maar er moet ook in het college iemand zijn die een zelfstandige bevoegdheid heeft om op dat punt iets te vinden en iets te doen.
Als jij nu met alle wijsheid en ervaringsjaren een oprechte wens in de richting van het ministerie van Binnenlandse Zaken of de minister ten aanzien van de toekomst van het lokale bestuur zou mogen geven?

(Nadenkend knijpt Deetman z'n lippen op elkaar.)

Wat vroeger vanzelfsprekend is, maar nu niet meer ondanks alles wat er gezegd wordt, vind ik dat bij wetsvoorstellen waar gemeenten bij in het geding zijn de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden mede tekeningsbevoegdheid moet hebben.
Ik heb bij een evaluatie ten behoeve van de VNG moeten vaststellen dat dat departement opkomt voor de gemeenten maar dat er ook departementen zijn die dat als irrelevant ervaren.
En de bestuurlijke verhoudingen worden in acht genomen publiekelijk is erover gerapporteerd... Dat past niet in ons constitutioneel bestel.
En wanneer die attitude en die houding er is ter wille van de lokale democratie, een departement dat daarvoor opkomt kritische noten, je kan van alles zeggen, maar dat toch aardig verzwakt is.
De politie is weggehaald. Veel geld is er door de tijden heen weggehaald.
Belangrijke centrale taken hebben ze niet echt meer.
Als ik kijk bijvoorbeeld naar de hele informatisering bij de overheid dan denk ik dat het uitermate cruciaal is om na te denken om die bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken te onderlijnen.
En we praten wel over het binnenlands bestuur.
We praten niet over een vakdepartement hoe belangrijk ook, inclusief mijn oude departement van Onderwijs.
We hebben het wel over het bestuur van het land.
En de minister van Binnenlandse Zaken behoort op dat punt...
Er zijn allerlei taken weggehaald waardoor die vroeger automatisch gezag had.
De arbeidsvoorwaarden, noem maar op.
En er is verzuimd daarover na te denken.
Er is wél een aantal malen met klem over geadviseerd dat te doen maar de minister van Binnenlandse Zaken ontbeert die bevoegdheid.
En ongetwijfeld zal iedere minister zeggen: Nee, dat heb ik niet nodig.
Hebben ze wél nodig.
Het aardige van die handtekening is dat je die kunt weigeren.
En dan heb je een indringende discussie, tenminste in de ministerraad.
Dan zijn de krachtsverhoudingen anders.
Of dat je zegt: Je mag een onderraad of weet ik wat voorzitten. Doet er niet toe.
Dat punt zal geregeld moeten worden, naar mijn idee.
We halen het ook niet in ons hoofd om te zeggen: Nou ja, toevallig als het om buitenlands beleid gaat, dat laten we doen door Jan en alleman en o ja, we hebben ook nog een minister van Buitenlandse Zaken.
Dat zou dom zijn, maar dat doen we ook niet.
Dus ik vind dat die minister van Binnenlandse Zaken...
Het zit hem niet in de grote dingen, maar je zou die medebevoegdheid hebben en dan zou dat departement naar mijn diepe overtuiging in no time, dat is een automatisme, zonder veel uitbreiding ik denk dat dat ook niet nodig is in het versterken van dat binnenlands bestuur een rol kunnen spelen.
Ik wil een praktisch voorbeeld noemen: wij lopen op het terrein binnenlands bestuur maar het raakt ook de gemeenten, van de ICT, achter.
Ik weet niet of we het beter doen dan de Belgen, bijvoorbeeld.
Dat komt omdat er geen centrale sturing is.
Dat is bij zo'n onderwerp lastig. Ik heb het door de tijden heen ervaren want iedereen wil graag z'n eigen stekje hebben.
Ik kan mij zeer wel indenken dat op het moment dat dat een zaak is van de minister van Binnenlandse Zaken met dus ook tekeningsbevoegdheid of voor mijn part doet een ander departement het maar met die tekeningsbevoegdheid, dat er wat gaat gebeuren.
Dat je zegt: En nou moet dit gebeuren de knopen worden doorgehakt en het is nu afgelopen.
Ja, dat is de rol van de minister van Binnenlandse Zaken en die is van de gemeenten.
Dus die gemeenten zeggen: De minister van Binnenlandse Zaken is van ons.
Dan denk ik: nou, doe er dan ook wat aan, kabinet.
Het is in het belang van het land en de burgers.