Interview Roel Kuiper
Dat vraagteken, als ik de inhoud van het rapport tot me neem dan zou ik dat weggelaten hebben.
Nou ja, ik kan je ook wel onthullen dat er over dat vraagteken gesproken is in de commissie.
Want inderdaad, je zou kunnen zeggen: De verbinding is verbroken.
Het gaat om de verbinding tussen overheid en allerlei diensten die uitgeplaatst zijn en ook de vraag van: Wie is daar dan verantwoordelijk voor?
Welke verbinding bestaat er dan nog, via het parlement bijvoorbeeld met verzelfstandigde diensten.
Dus je zou kunnen zeggen: Nou, die verbinding, die is verbroken geraakt.
We hebben er toch maar een vraagteken achter gezet.
Misschien is het toch wel zo intrigerend en kun je er nog over nadenken met elkaar of het zo is.
We hebben gezegd van nou, je hebt verschillende soorten parlementair onderzoek.
We wilden dus niet een parlementair onderzoek waarbij schuld werd gezocht maar we wilden een wetgevingsonderzoek doen.
Eigenlijk een beetje zoals origineel zoals oorspronkelijk ook parlementaire enquêtes en onderzoeken in Nederland werden gedaan door het parlement.
Dus denk aan de eerste parlementaire enquête naar de Kinderwet van Van Houten.
Dat ging over, eigenlijk is het precies hetzelfde type onderzoek dat ging over de vraag hoe bepaalde wetgeving had uitgepakt.
Hoe dat nu voor kinderen en voor arbeidsomstandigheden precies had uitgepakt.
Wij zagen die mogelijkheid ook om als dan de Eerste Kamer een bepaald type onderzoek doet om dan dit type onderzoek te doen, wetgevingsonderzoek met de hoofdvraag: Hoe heeft de wetgeving of een bepaalde wetgeving nou uitgewerkt in de samenleving?
En was er nou een bijzondere zorg rondom privatisering en verzelfstandiging waarom juist dat onderwerp werd gekozen?
Ja, kijk, je kunt het eigenlijk zo zeggen de Eerste Kamer is het laatste station in het wetgevingsproces.
De Eerste Kamer stelt zichzelf altijd de vraag naar de uitvoerbaarheid en de kwaliteit van wetgeving.
Nou, zo gaat wetgeving dan het land in.
Maar als er zo'n grote maatschappelijke onrust is en er zo'n grote maatschappelijke discussie is over de effecten van privatisering of verzelfstandiging dan moet de Eerste Kamer zich dat ook aantrekken.
Ik heb een aantal dingen gezien sinds het verschijnen van het rapport.
We hebben een besliskader ontwikkeld voor alle voorgenomen privatiseringen die de overheid zou willen gaan uitvoeren en dat besliskader wordt ook gebruikt.
Dus dat is ook gebruikt bijvoorbeeld bij, opnieuw, de privatisering van de ABN die in staatshanden was een tijdlang.
Bij vragen rond Urenco, het uranium in Overijssel.
En ik heb een aantal keren dus inderdaad gezien dat het besliskader nu standaard door de overheid wordt gebruikt.
Het is het stappenplan dat we hebben ontwikkeld.
Je hebt misschien ook gezien het rapport van de commissie-Remkes.
Die zegt ook van, in de algemene zin, zeggen ze is de organisatie van een publieke dienst in een agentschap beter dan een zbo.
Dus de ministeries zijn ook nu bezig met die operatie om te kijken of ze niet veel meer zbo's weer binnen het ministerie kunnen brengen met natuurlijk als bedoeling dat daarmee de politieke verantwoordingslijn duidelijker wordt en de minister ook een bevoegdheid heeft om iets te zeggen over wat er in die agentschappen dan gebeurt.
Ik zie het zelf zo dat we, we hebben een periode gehad laat ons zeggen vanaf begin jaren 90 of misschien midden jaren 80 tot ongeveer 2002, 2005, waarin we dachten van nou, je kunt heel veel dingen eigenlijk toch wel beter aan de markt overlaten of je moet eigenlijk naar de overheid kijken als een bedrijf.
Dus die vereconomisering van het denken over de overheid is een tijdlang het paradigma geweest.
De burger als klant in plaats van burger.
Dat hebben jullie, volgens mij, ook geconstateerd.
Ja, klopt.
En toen kwam er toch op een gegeven moment die wending van hé, maar wacht even, maar dit is politiek.
Hier gaat het toch om verantwoording en het gaat om zeggenschap het gaat om invloed, het gaat om iets wat wij samen vormgeven als land.
En dat is de kentering weer geweest.
Terug zeg maar naar, laten we zeggen, naar de eigen aard van bestuur en politiek.
Waar we het net inderdaad over hadden, de burger is niet alleen een consument de burger is iemand die de publieke zaak ook toegedaan is.
En dat is in die periode van, laten we zeggen economisch denken over overheid en samenleving is dat wel eens uit het oog verloren.
Toen bleek ook wel dat, ja, burgers, die vinden die publieke zaak wel belangrijk.
Die vinden het heel belangrijk wat er in hun omgeving gebeurt.
Die vinden het belangrijk wat er met openbaar vervoer gebeurt of met andere openbare diensten, ook zelfs van hun gemeente.
Dat vinden ze heel belangrijk.
Dat... Wonderlijk genoeg is dat vergeten.
Ik heb wel eens, ik heb dat in dat andere boek over de terugkeer van het algemeen belang, heb ik dat geschreven dat terwijl hier in de Kamer gesproken werd over privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten waarbij zeggenschap bij burgers werd weggenomen tegelijkertijd hadden wij, nou ja, een misschien wat esoterisch debat af en toe over burgerschap in dit land.
Over de vormen en stijlen van burgerschap en met de Wmo dat was ook weer dat de burger zichzelf kon redden en dat was allemaal belangrijk.
Heel paradoxaal.
-Ja.
Twee debatten over wat burgers zouden moeten doen, naast elkaar.
In het ene was hij klant in het andere was hij de zelfredzame regisseur van zijn eigen leven.
En in beide, zou kun je zeggen, mist het publieke dimensie.
Ja, de publieke dimensie.
Enerzijds het zorgen voor, als het echt nodig is en anderzijds de rechten die ook horen bij...
Ja, en dat zorgen voor werd ook nog vaak geïnterpreteerd van nou, ik moet het zelf maar uitzoeken.
De overheid treedt terug en ik moet het nu allemaal zelf zien te regelen.
Ik ben de regisseur van mijn eigen zaken.
Maar daar mist dan de publieke dimensie soms ook weer.
Ik vond het mooi omdat in dit rapport, zeg maar weer zo duidelijk als het ware de eigen rol van de overheid is onderstreept.
De eigen betekenis, de rol van de overheid in het openbaar bestuur maar ook in het definiëren van wat publieke belangen zijn, wat van ons is waar wij samen belang aan hechten en voor staan.
Ik ben heel blij dat dat herkend is en dat dat ook geleid heeft tot reacties zoals jij die nu ook geeft.
Van: Ik vind het een mooi rapport, ik vind het belangrijk.
En die boodschap, die hebben wij willen uitzenden.
Van: De overheid is niet de zoveelste...
-Is niet redundant.institutie of is iets bedrijfseconomisch uiteindelijk of zo waar iets geleverd moet worden.
Nee, de overheid heeft een hele eigen plaats en functie voor ons ook om een goede burger te kunnen zijn in dit land.
(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijksoverheid. Het beeld wordt blauw met wit. Beeldtekst: Dit is een productie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Copyright 2019.)