Het coalitieakkoord als ankerpunt voor de departementale machine
Interview met Jozias van Aartsen
Titel: Het coalitieakkoord als ankerpunt voor de departementale machine
Het belangrijkste is dat je kijk hebt op de mens,
net zo goed als het goed is als een minister een
redelijke kijk heeft op het ambtelijk apparaat
en de mensen die daarin zitten. Maar het is heel
belangrijk dat je als secretaris-generaal een idee
hebt, maar daar ook tijd aan besteed: wie heb ik,
wie is het? Wie heb ik voor me, wat zijn zijn of
haar ideeën? What makes them tick? En uiteraard
heb je aan het begin – maar ik heb een aantal
van die tussenperioden natuurlijk gehad – maar
zeker aan het begin van een kabinetsperiode is
zeer leidend ook het coalitieakkoord he? Dat is
in Nederland, zeg ik erbij, helaas nog steeds
zo dat het zo uit onderhandeld is dat het voor
iedere minister een gegeven is. Dus als jij als
ambtenaar daar geen zin in hebt of zegt ‘dit is
zulke onzin voor mij’ dan moet je dat volgens
mij, dat vind ik nog steeds dat dat zou moeten,
dat je zegt ‘dat kan dus zo niet’. En dan gaan we
er samen proberen er iets anders van te maken, of,
als de minister zegt: ‘Ja, beste ambtenaar,
je weet wat er in het regeerakkoord staat,
dit zijn mijn opvattingen, dit ga
ik doen’, en je hebt er geen zin in,
dan moet je volgens mij ook opstappen. Ik
vind die relatie is wel… Is zo belangrijk,
want is zo bepalend ook voor hoe
zo’n departementale machine werkt.