Stel, je bezoekt de minister van Financiën voor de begrotingsbespreking: neem je je ambtenaren mee?
Interview met Cees Veerman
Titel: Stel, je bezoekt de minister van Financiën
voor de begrotingsbespreking: neem je je ambtenaren mee?
En de jaarlijkse bespreking over de begroting,
de voorbereidende begroting, dan wordt je
dus ambtelijk helemaal opgeladen, met ‘Dit
moet je vragen’ en ‘Dat moet je vragen’
en ‘Daaraan denken’ en ‘Dat niet vergeten’
en ga je dat debat in met je ambtenaren naar
Financiën en dan zit daar ook een batterij
ambtenaren en de minister, Gerrit in mijn
geval, die zit een beetje zo en die vraagt
dan: ‘Zo. Hoe is het allemaal?'
Dus dat had ik een keer gedaan, dat ik naar
hem ben toegestapt en dat ik zei: ‘Gerrit
joh, moet dat nou…, kunnen we het niet een
keer samen doen?‘
En toen zei Gerrit: ‘Dat durf ik alleen
met jou.’
Ik zeg 'Oke'.
Dus ik kom daar met mijn briefje, van zo en
zo en zo... - ‘Nee, dat kan niet Cees,
dat begrijp je toch wel, maar dat
oké, doen we dat zo.’
En ik kom terug op het departement en die
ambtenaren stormen op me af.
‘En hoe is het gegaan?’
Want die wilden hun geld natuurlijk hè?
Nou, dit en dat en... O nou, nou mooi.
‘En, by the way, de visserij? Die
tien miljoen?'
Vergeten.
Vergeten.
De andere ochtend, ministerraad.
Ik denk: ja, wat moet ik nou?
Ik denk: Wacht even, ik stap naar Johan Remkes.
Ik zeg: ‘Johan, moet je luisteren.
Ik ben gisteren bij Gerrit geweest en we hebben
dat samen afgedeald, samen, hij en ik, en
nou ben ik wat vergeten.’
‘Dat is niet zo handig,’ zei die.
Ik zeg: ‘Nee.’
‘Daarom moet je ook je ambtenaren meenemen.’
Ik zeg: ‘Maar dat was nou precies de bedoeling
dat we dat niet doen.’
Hij zegt: ‘Wat wil je dan?’
Ik zeg: ‘Nou, ik wil eigenlijk dat we met
Gerrit het er even over hebben.’
‘Nou, dan loop ik wel even met je mee,’
zei hij.
Dus Gerrit staat daar ergens een sigaretje
te roken en die zag mij natuurlijk wel komen.
‘Heb je versterking meegenomen?,’ zegt
hij tegen me.
Ik zeg: ‘Ja, ik heb versterking meegenomen.‘
Ik zeg: ‘Want Gerrit, ik ben dat gewoon
vergeten joh, die tien miljoen voor visserij.’
‘Ja, hahaha,’ zei die, ‘ik had het wel
door, maar ja, je wilt het zelf.’
Hij zegt: ‘En weet je Cees, ik heb op mijn
donder gehad van mijn ambtenaren, die zeggen:
“Die Veerman had je dat moeten zeggen.
Dat is een eerlijke vent, dat ga je toch niet
verzwijgen?”’
Ik zeg: ‘Gerrit, en wat doen we er nu aan?’
‘Ja, wat doen we er nu aan?
Het is gebeurd,’ zegt ie.
Ik zeg: ‘Moet je luisteren.
Ik krijg van mijn ambtenaren op mijn flikker,
jij krijgt van je ambtenaren op je flikker,
vergeef me de woorden, wat doen we nou?’
‘Ja,’ zegt hij en hij kijkt eens naar
Johan.
‘Dat vind jij toch ook zeker?’
zegt ie.
‘Dat we het maar moeten doen.’
‘Ja,’ zegt Johan.
Pakt ie een sigaret en schrijft daarop: Tien
miljoen voor de visserij.
Ik kom thuis, na de ministerraad.
Ik zeg: ‘Nou hoor, ik heb het voor mekaar,
tien miljoen…’
‘Nou, hoe krijg je dat nou voor elkaar?‘
Ik zeg: ‘Dat is me gewoon gegund.’
En ik weet discussies in de ministerraad,
tussen sommige ministers en de minister van
Financiën, op het scherpst van de snede,
twee drie keer heen en weer.
En ik zie wel eens Gerrit zijn gezicht, dan
pauzeerden we wel ‘s, dan zei die: ‘Ze
krijgt niks.
Nee, ik doe het niet.’
- De vraag is, waar haal je dit vandaan?
Hoe kom je erop om Remkes aan te spreken?
- Nou ja, Johan was natuurlijk een rots in de
branding.
Johan was een partijgenoot van Gerrit, en
Johan en ik hadden dezelfde liefde voor de
boerderij, voor het land, het landschap, en
over de visserij, er zit natuurlijk visserij
in Groningen hè, in het noorden.
Ja, en ik dacht: Nou ja, wie moet ik meenemen?
Ik hoefde Maria van der Hoeven niet mee te
nemen en ik hoefde de premier niet mee te
nemen.
Maar Johan, dat lijkt….
Ja, Gerrit luisterde naar Johan.