Als minister ontstijg je de aarde niet
Interview met Cees Veerman
Titel: Als Minister ontstijg je de aarde niet
Je moet boerenslim zijn, je moet boerenslimheid
hebben.
Je moet in de tweede plaats historisch besef hebben,
je moet weten waar het probleem in wortelt,
hè, uit het verleden.
Want een probleem of een situatie is er op
een bepaald moment, maar die staat
altijd in verbinding met het verleden.
En het derde is: je moet een warm hart hebben.
Dus dat is de ethische kant van de zaak.
En als je dat beschouwt, dan is dat gewoon
een mix van hart en hoofd: hoofd in de zin
van ratio en ook kennis, en het hart is om
de afwegingen zuiver te houden.
Dat je iets als solidariteit ofzo ook inhoud
kan geven vanuit de gedachte dat je een van
degenen bent met wie je te maken hebt.
Dat je ook mens bent, net als de anderen.
En dat je niet als je minister bent… dat
je dan dus de aarde ontstijgt.
Hè, wat ik wel vaak gezien heb.
Hè, want als je minister wordt, nou, nou,
nou, nou, dan verandert er een heleboel.
Mensen gaan anders tegen je aankijken, mensen
gaan je anders behandelen.
Je wordt ook een beetje in de watten gelegd.
En dan denk je: Nou, dat is met mij toch wel
heel wat geworden.
Ik vind dat heel gevaarlijk en het wordt steeds
gevaarlijker als je er langer zit.
Want dan wordt het vak routine en dan worden
problemen soortgelijk.
Dat hebben we toen als eens gehad en hoe hebben
we dat toen gedaan?
Of: daar heb je dat weer.
Dat… een beetje blasé.
En bovendien verslijt jezelf ook hè?
Je wordt ouder en meestal wordt je dan niet
alerter.
Je wordt wel gewiekster, maar niet alerter.
En de frisheid van het benaderen van problemen
gaat er een beetje af.