Compilatievideo De top kijkt om 2024

Binnenlandse Zaken had de leiding bij de Rampenwet
en de Rampenwet zou op 1 mei in werking treden
en we waren toen al op 1 of 2 mei.

Ja, zeker.

En de directeur-generaal of de plaatsvervangend directeur-generaal die daarover ging van Binnenlandse Zaken
kwam claimen dat we alles maar moesten overdragen aan hem
en dat hij het nu verder wel zou coördineren en allemaal zou oplossen.
Daar geloofden we niets van, want op dat moment was er geen enkele expertise op dat departement
met kernenergie of met radioactiviteit, en ongevallen, ook van dien aard.
En toen vonden we een oplossing door niet over de ramp bij Tsjernobyl te praten
maar over een kernongeval. Dat was dus een ander begrip en daardoor hoefde de Rampenwet nog
even niet daarop te worden toegepast, want het was een kernongeval in het buitenland.

Ja, het woord 'ramp' mocht niet vallen.


Ja, wij hadden een subsidieregeling. Het was een subsidieverstrekkend departement.
Dat merkte ik pas toen ik wegging bij het ministerie bij een gemeente ging werken en mijn eigen brieven teruglas
die ik namens de minister stuurde over subsidievoorwaarden.
Ik dacht: Daar kan niemand aan voldoen.
Aan deze voorwaarden kan echt niemand voldoen.
Er waren zoveel voorwaarden gestapeld die vanuit de politiek, vanuit het beleid, misschien wel gerechtvaardigd waren
maar voor de ontvanger ondoenlijk om uit te voeren.


Constituerend beraad, voor luisteraars die niet bekend met die term zijn
de eerste keer dat een nieuw kabinet bij elkaar komt
en waar de meer gedetailleerde afspraken over portefeuilleverdelingen gemaakt worden.
Een berucht fenomeen waar je goed beslagen ten ijs moet komen
omdat onwetendheid daar nogal rampzalig kan uitpakken.

Het mooiste verhaal wat hierover in de wereld is
dat is met Camiel Eurlings en Tineke Huizinga
waar het ging om de positie van de Nederlandse Spoorwegen.
Dat Camiel Eurlings op zijn Limburgs zei: 'De NS doe ik zelf'
en Tineke Huizinga hem niet verstond.
Daarmee was ze de Nederlandse Spoorwegen als onderdeel van haar portefeuille kwijt.


Wat je heel erg leert. Ik moest dus ook die werkgroep voorzitten
en dan komen al die landen met hun statements.
Ik had in het begin de neiging om met elk land in discussie te gaan.
Tot ik op een geven moment een signaal kreeg van een Portugese collega, die zei:
'Bernard, dat moet je niet doen. Ik kan niet met jou discussiëren.
Ik krijg een tekst van thuis mee, die moet ik gewoon voordragen.
Een discussie heeft dan geen zin. Misschien ben ik het helemaal met je eens
maar dat verandert de zaak niet. Dus je moet dat gewoon laten lopen.
Dus je moet al die mensen gewoon hun verhaal laten doen
en dan vat je het op je eigen manier samen.
En op die manier probeer je gewoon tot een lijn te komen.
Maar ga dus niet met iedereen die met een statement komt
ga dan niet altijd in discussie als voorzitter.


Wat ik vooral geleerd heb, en ik denk dat dat iets is wat
met je opvoeding te maken heeft, maar ook als kinderarts
dat je naar heel de mens kijkt, dat je leert om te luisteren.
Een kind kun je niet behandelen zonder echt goed te luisteren naar de ouders
of te kijken naar het kind:  Wat is hier nou aan de hand? Is het echt ziek?
Wat speelt er? Hoe gedraagt het zich?
En ik denk dat dat echt de grote kwaliteit is die je als kinderarts ontwikkelt
waardoor je uiteindelijk ook in het contact met anderen
altijd wederkerig op een gelijk niveau een gesprek voert.
En dat element heb ik in alle rollen eigenlijk altijd vastgehouden.
Je hebt een gesprek wat wederkerig is, gelijk niveau.
Je probeert altijd je taal aan te passen aan wie er tegenover je zit.
En dan leer je dat je iets bereikt.
Doordat je dan een contact met iemand hebt, je leert van een ander.
En dat leren van een ander, durven vragen te stellen, hoe doe je dat dan.
Dat heeft me wel veel gebracht.


Ik vind: de taak van een ambtenaar is tegenspraak leveren.
Wordt vaak niet gedaan. Men durft niet omdat men denkt: wat zou de minister ervan vinden?
Een goede minister vraagt tegenspraak. Die vraagt om tegenspraak.
Ik heb Den Uyl niet meegemaakt, waar hij toen was
toen was ik er nog niet en daarna was hij weg.
Ik heb van collega's begrepen op AZ dat Den Uyl naar de raadadviseurs
de meest rechtse praatjes hield.
En op een gegeven moment zegt één van die raadadviseurs
maar Joop, wat hou je nou rechtse praatjes?
Hij zegt: dat doe ik expres om bij jullie de linkse antwoorden te ontlokken
die ik in de Kamer moet geven als ik daar rechtse praatjes hoor.
Dus het is zo invoelbaar dat je een bewindspersoon helpt
door hem alle hoeken van de kamer te laten zien en hij beslist.


Maar ik zei: Ik wil dat hele paspoortdossier een keer mee naar huis.
Hij begon vreselijk te lachen en zei: ja, maar dat zijn wel twee hutkoffers vol.
Want we zaten in een nieuwe aanbesteding voor het paspoort.
Mijn voorganger Jacob Kohnstamm had het stripverhaalpaspoort
en dat werd ook weer nagemaakt en we moesten iets nieuws.
Ik zei: ik wil het toch mee naar huis. En toen zei ik tegen mijn vrouw:
ik ga een heel weekend dat hele paspoortdossier lezen.
En daar heb ik vier jaar plezier van gehad.


Als je ergens op een politieke functie komt
waarvan je weet dat die vier jaar duurt, dat is de termijn
bedenk dan van tevoren wat je in die vier jaar wil bereiken.
Omdat als je dat niet doet, dan word je van links naar rechts geslingerd
en iedereen wil wat van je, je leest en je ambtenaren hebben ook een agenda
en je collega's willen weer wat anders. Dus zorg dat je een agenda hebt.
Bedenk vier dingen, of vijf dingen, of drie dingen waarvan je zegt
die wil ik in ieder geval bereiken.