De toewijding van ambtenaren
Ik weet nog dat Van den Berg, hij was SG, en hij ontving mij van tevoren en zei:
'Mevrouw, ik heb hier niet op zitten te wachten.'
En ik zei: 'Nou, ik ook niet.' Ik bedoel, ja...
Want hij had het kennelijk al druk genoeg.
Hij kreeg er dus zo'n hele klont mensen bij.
Het waren er ook weer niet zo veel, een stuk of zes...
en Dineke Mulock Houwer.
'En ik weet van dat onderwerp zo weinig.'
Ik zei: 'Verdiep u erin, ga maar eens de krant lezen, ga maar eens dit doen.'
Hij deed dat zo ontzettend... Dat herinner ik me nog.
Het was een deftige heer.
En na een tijdje, ik zat er een paar weken en toen had ik een gesprek met hem.
En ik zei dus: 'Nou, ik vind dat je nu wel op alle slakken zout gaat leggen.'
Want hij had dan zoveel seksisme ontdekt...
dat ik het een beetje moest temperen, want ik dacht: anders komen we nooit klaar.
Maar dat was dus heel grappig, hoe toegewijd ambtenaren zijn.
En zo'n ambtenaar van statuur...
die dan eerst zegt: 'Ik heb er niet om gevraagd', en dan wel echt zo toegewijd is.
Dat heeft mij eigenlijk altijd verbaasd, de toewijding van ambtenaren.
En dat heb ik ook altijd heel erg gewaardeerd en dat ook laten merken.
Je had altijd het gevoel dat je ondersteund werd en niet bijvoorbeeld gestuurd?
Altijd ondersteund, omdat ik nogal sturend ben en was...
en heel duidelijk zei wat ik wilde en dan zei: 'Maar ik weet niet hoe.'
Dat vonden ze ook wel grappig dat zij...
of het nou toen ik minister was om de aankoop van een schilderij, een Rembrandt, ging.
'Wilt u dat... wil je dat echt, Hedy?'
En dan zei ik: 'Ik wil het echt, maar ik weet niet hoe.'
Want het gaat altijd om geld.
En dan waren er ambtenaren, ik weet hun namen nog precies...
die dus dat geld tevoorschijn toverden.
Ja. Dus het was een klassieke scheiding.
Jij deed het 'wat' en het 'waarom' en zij deden het 'hoe'.
Ja, maar ik luisterde ook wel naar hen.
Er waren ook ambtenaren die natuurlijk veel langer dan ik daar zaten...
Dat was nog voor de bestuursdienst.
Dus ik profiteerde van de kennis en deskundigheid van de ambtenaren...
zeker in die top, die daar al jaren zaten.
Dus ja... Dat heb je nu veel minder.
En ik had het wel in de gaten.
Nee, het was niet zo dat...
Maar het ging soms om, natuurlijk toch omdat ze wel aan mij vroegen...
Ik had duidelijke ideeën over dingen die ik expliciet maakte...
en waarbij zij mij dus steunden.
Ik heb altijd het gevoel gehad...
...dat de ambtenaren daar zitten...
dat is helemaal niet mijn karakter.
Om welke bewindspersoon daar ook zit, wij hadden natuurlijk geen populisten.
Er was maar één Janmaat, laat ik dat zeggen...
want ik weet niet hoe dat anders gaat.
Dat die ambtenaren daar, ongeacht wie daar zit...
in onze Nederlandse situatie, die bewindspersoon te steunen en te helpen.
En het is hun overwinning in de Kamer ook, als iets lukt wat moeilijk lijkt te zijn.
Ze zijn er altijd zo betrokken bij.
Ze zijn altijd werkelijk zo... het beste van zichzelf geven.
Je vraagt de ambtenaren niet: 'Welke partij zijn jullie?'
Van mij weten ze het natuurlijk. Maar na een tijdje wist ik het wel.
De DG Cultuurbehoud was van de VVD.
En als er dan iets omstreden was op zijn gebied, maar wel een voorstel van mij...
...dan ging hij in de Kamer met de VVD- collega's en Kamerleden praten...
om ze uit te leggen hoe goed dat idee was en dat ze daar achter moesten gaan staan.
Nou, dat vond ik ook zo ontzettend bijzonder, eigenlijk.