Nitesh Bharosa: “Goede afsprakenstelsels stimuleren marktontwikkeling op nieuwe technologieën en bevatten prikkels voor het gezamenlijk ontwikkelen en beheren van digitale gemeenschapsgoederen”

Nitesh Bharosa: “Goede afsprakenstelsels stimuleren marktontwikkeling op nieuwe technologieën en bevatten prikkels voor het gezamenlijk ontwikkelen en beheren van digitale gemeenschapsgoederen”

Wellicht heeft u recent iets vernomen van de Verordening Interoperabel Europa. Deze verordening van de Europese Commissie introduceert een samenwerkingskader voor digitale overheidsdiensten. Meer interoperabiliteit tussen publieke organisaties zou de digitale transformatie van de Europese overheidssector moeten versnellen. Waarom? Dit moet uiteindelijk leiden tot betere publieke dienstverlening aan Europese burgers en bedrijven. Daarnaast zou dit Europese overheden minder afhankelijk moeten maken van een handjevol big tech organisaties. Wie wil dat nou niet? Als we het eens zijn over het waarom, volgen uiteraard nog vragen over het hoe? Een van de antwoorden in de verordening is “GovTech”, wat verwijst naar “op technologie gebaseerde samenwerking tussen actoren uit de openbare en particuliere sector ter ondersteuning van de digitale transformatie van de overheidssector”. Dit is wat anders dan het klassiek aanbesteden van software en diensten. De focus ligt op samenwerking voor digitale transformatie. De verordening stelt verder dat “alle overheidsniveaus met innovatieve organisaties, waaronder bedrijven en entiteiten zonder winstoogmerk, moeten samenwerken bij het ontwerpen, ontwikkelen en exploiteren van overheidsdiensten”. Als u dat nog niet deed, dan is dit een nieuwe aanleiding om dat wel te gaan doen. Dat kan lastig zijn, later meer daarover. Artikel 10 zegt nog iets over “innoverende maatregelen” en artikel 11 over “oprichting van testomgevingen voor regelgeving op het gebied van interoperabiliteit” waarin GovTech actoren betrokken moeten worden. Toegegeven, dit is allemaal nog vaag, de Europese wetgever laat veel ruimte voor interpretatie. Gelukkig, maar dan komt de bal weer bij u: wat gaat u met deze verordening doen? Wat is uw GovTech strategie? Gaat u samenwerken aan nieuwe GovTech oplossingen? Of gaat u GovTech oplossingen van startups/scaleups gebruiken of toestaan in uw organisatie? En wat als deze GovTech oplossingen concurreren met uw eigen oplossingen en voorzieningen? De antwoorden op deze vragen hangen uiteraard af van de context van uw organisatie. Na jarenlang onderzoek en samenwerking op GovTech geef ik u drie aanbevelingen mee.

"Wat is uw GovTech strategie?"

1. Zet de maatschappelijke opgave centraal

Het begint met framing. Voorkom een ‘tech push’ en zorg ervoor dat digitale technologieën duidelijk gekoppeld worden aan maatschappelijke opgaven, zoals arbeidstekorten, ontoereikende informatiehuishouding of onderbenutting van sociale regelingen. Dit vereist het juiste gebruik van taal om technologie en GovTech-samenwerking te presenteren als een uitweg en niet als probleem. Door tech-agnostisch aan een project of pilot te framen, zorg je voor meer opties, creativiteit, draagvlak en buy-in van actoren die later met de uitkomst aan de slag moeten.

2. Denk in ecosystemen en afsprakenstelsels

Het is publiek geheim dat aanbestedingen van software en digitale infrastructuren vaak resulteren in ‘vendor-lock’. Langdurige afhankelijkheden van een oplossing of leverancier zijn niet bevorderlijk voor interoperabiliteit en transformatie. De Interoperabel Europa verordening stimuleert de ontwikkeling van een open Europees ecosysteem op basis van GovTech modellen, met inbegrip van samenwerking met kennisinstellingen, startups/scaleups en sociale partners. Het bindmiddel voor een ecosysteem is een afsprakenstelsel, waarin onder meer de open standaarden en governance op de standaarden wordt belegd. Goede afsprakenstelsels stimuleren marktontwikkeling op nieuwe technologieën en bevatten prikkels voor het gezamenlijk ontwikkelen en beheren van digitale gemeenschapsgoederen (zoals open source componenten, standaarden en registers). Hoe meer digitale gemeenschapsgoederen, hoe meer mogelijke aanbieders, en hoe kleiner de kans op vendor lock-ins. Vanuit het perspectief van een aanbestedende partij biedt een ecosysteem van aanbieders meer sourcingsopties. Bijvoorbeeld op digitale identiteiten en gekwalificeerde handtekeningen: in plaats van “make or buy” kun je ook kiezen voor “allow, use, combine & replace”.

“Goede afsprakenstelsels stimuleren marktontwikkeling op nieuwe technologieën en bevatten prikkels voor het gezamenlijk ontwikkelen en beheren van digitale gemeenschapsgoederen”

3. Benut multi-helix samenwerking voor digitale transformatie

‘De overheid is geen techbedrijf’ is een uitspraak die je regelmatig hoort als je werkt op het snijvlak van overheid en digitalisering. Deze uitspraak is vaak een reactie op de hoge verwachtingen rond digitalisering in de publieke sector. Publieke organisaties worden geacht om, op basis van de stand der techniek, eenvoudig, veilige en soms zelfs proactieve dienstverlening te kunnen bieden. De vraag is hoe? Meestal is het antwoord via een aanbesteding. Het aanbestedingsmodel gaat ervan uit dat opdrachtgevers vooraf alle behoeften en specificaties kennen en op papier kunnen zetten. Bij nieuwe digitale technologieën (zoals AI-gedreven tools, data wallets en vertrouwensdiensten) valt dat vaak tegen. Er is een leer-en experimenteerbenadering nodig. Digicampus is een voorbeeld van een multi-helix samenwerking, waarbij overheid, kennisstellingen, markt, civiele groepen en sociale partners samen leren over de (on)mogelijkheden van nieuwe technologieën. Dit doen ze door te agenderen, prototypen, experimenteren, evalueren en opschalen. Bij succes kan dit resulteren in een gedragen afsprakenstelsel waarmee een gezond ecosysteem wordt vormgegeven.