In- en uitstroom

Organisatie nemen gedurende het jaar nieuwe medewerkers aan en andere medewerkers vertrekken. Het saldo van de in- en uitstroom bepaalt of de omvang van de organisatie gelijk blijft, groeit of afneemt. Door de instroom en uitstroom voor alle organisaties binnen een sector bij elkaar op te tellen, ontstaat het beeld van de mobiliteit op sectoraal niveau. 

Je ziet mensen voorbij een felle gele wand van rechts naar links lopen.

Invloed van de economie op mobiliteit bij de overheid

De arbeidsmobiliteit wordt beïnvloed door de economische conjunctuur. In tijden van hoogconjunctuur (periode met zeer veel economische activiteit, weinig werkloosheid en forse bestedingen) is er vaak sprake van meer baanwisselingen. In tijden van economische laagconjunctuur (tijd waarin het slecht gaat met de economie die zich kenmerkt door een hoge werkloosheid, een geringe economische bedrijvigheid en een voorzichtige bestedingsneiging onder de consumenten) en crises, blijven medewerkers langer op hun plek zitten. Bij de overheid spelen ook politieke doelstellingen een rol: in tijden van bezuinigingen worden er minder nieuwe mensen aangenomen en krimpt de organisatie door natuurlijk verloop.

Instroom personen (%)

Instroom personen (%)
DATA201520162017201820192020202120222023
Rijk3,65,85,87,59,8109,210,912,1
Gemeenten4,55,67,58,29,19,39,211,212,4
Provincies6,34,26,77,79,81010,111,111,7
Waterschappen3,44,66,28,38,98,88,29,910,8
Gemeenschappelijke Regelingen6,26,97,89,69,6101012,112,3
Rechterlijke Macht0,91,27,23,244,85,15,25,6
Defensie4,44,55,610,510,610,29,79,111,4
Politie2,43,42,94,24,74,86,15,96,4

De bovenstaande figuur laat zien dat de instroom van nieuwe medewerkers in de afgelopen periode hoog is geweest. Gemiddeld was de jaarlijkse omvang van de instroom rond de 8 procent van het totale personeelsbestand. In de eerste jaren (2015 - 2017) was de instroom van medewerkers verhoudingsgewijs wat lager, vanaf 2018 heeft zich een duidelijke versnelling voorgedaan. 

Rijk, gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen bedroeg de instroom in 2023 rond de 12 procent van het totale personeelsbestand. 

De rechterlijke macht en de politie kenden een lagere instroom, respectievelijk 5,6 en 6,4 procent van het personeelsbestand in 2022. 

Brontabel als csv (461 bytes)

Uitstroom personen (%)

Uitstroom personen (%)
201520162017201820192020202120222023
Rijk4,55,75,25,55,85,95,66,76,9
Gemeenten5,45,566,66,66,67,28,48,1
Provincies65,966,77,16,77,18,49,2
Waterschappen4,14,64,85,85,85,96,37,47,3
Gemeenschappelijke Regelingen5,55,86,57,27,77,88,610,610,5
Rechterlijke Macht2,73,72,533,73,93,73,14
Defensie8,57,27,28,67,97,48,18,88,2
Politie2,63,24,14,34,54,55,66,46,6

De redenen om bij een werkgever te vertrekken zijn heel divers. Medewerkers gaan met pensioen of vertrekken naar een baan ergens anders. Daarnaast kunnen medewerkers die langdurig ziek zijn arbeidsongeschikt raken. En er zijn medewerkers waarvan het contract niet wordt verlengd of die ontslagen worden. Nieuwe medewerkers kunnen afkomstig zijn van een opleiding, komen van een andere werkgever, waren werkloos of inactief zonder uitkering.

Het aantal medewerkers dat vertrok was in de afgelopen jaren kleiner dan het aantal dat nieuw werd aangetrokken. Dat verklaart waarom de overheid in deze periode (2015 - 2023) is gegroeid, zie daarvoor ook de pagina over de omvang van het personeelsbestand in deze sectie van de website. 

In de bovenstaande figuur is te zien dat de gemiddelde uitstroom van medewerkers in de betreffende periode ongeveer 7 procent van het totale personeelsbestand betreft. Net als bij de instroom zichtbaar was, laten ook hier de rechterlijke macht en de politie iets lagere cijfers zien dan de rest van de sectoren. 

Bij de gemeenschappelijke regelingen was de uitstroom in de afgelopen jaren verhoudingsgewijs hoog, in 2023 10,5 procent.

Brontabel als csv (441 bytes)

Aandeel vrouwen van totale instroom (%)

Aandeel vrouwen van totale instroom (%)
201520162017201820192020202120222023
Rijk5554,753,253,45355,355,157,157
Gemeenten58,157,458,156,758,257,857,659,958,9
Provincies41,645,249,549,451,447,452,252,753,5
Waterschappen38,934,536,438,13934,735,73942,4
Gemeenschappelijke Regelingen56,65858,159,159,262,360,461,261,5
Rechterlijke Macht58,147,668,563,254,961,851,359,865,1
Defensie15,617,218,720,320,822,221,624,424,6
Politie34,341,240,84241,845,244,644,445,6

Het aandeel van vrouwen in de instroom van nieuwe medewerkers is in een flink aantal sectoren meer dan 50 procent, dit zijn ook de sectoren waar de meerderheid van het personeelsbestand uit vrouwen bestaat.

Traditioneel kennen de sectoren defensie en in iets mindere mate politie en waterschappen minder vrouwelijke personeelsleden. De waterschappen hebben taken die veel technische functies nodig maken, functies die van oudsher veel meer door mannen dan vrouwen worden uitgevoerd. Over de gehele linie werken er meer vrouwen bij de overheid dan 8 jaar geleden. 

Brontabel als csv (507 bytes)

Aandeel personen met niet-westerse migratieachtergrond van totale instroom (%)

Aandeel personen met niet-westerse migratieachtergrond van totale instroom (%)
DATA20172018201920202021
Rijk16,917,818,718,518,9
Gemeenten14,615,215,216,317,6
Provincies6,16,89,86,87,3
Rechterlijke Macht3,5*8,399,8
Waterschappen4,85,15,74,26,6
Gemeenschappelijke Regelingen6,37,678,67,9
Defensie5,7
Politie13,912,99,610,410,5

Elders op deze site zagen we dat met name bij het Rijk en de gemeenten het aantal medewerkers met een niet-westerse migratieachtergrond in de periode 2017 tot en met 2021 duidelijk was toegenomen. De onderstaande figuur illustreert deze groei: het aandeel in de instroom van medewerkers met een dergelijke achtergrond, was bij het Rijk en de gemeenten, en in iets mindere mate bij de politie hoger dan in de andere sectoren.

Bij het Rijk en gemeenten had  bijna 19 procent van de instromers een niet-westerse migratieachtergrond, bij de gemeenten 17,6 procent en bij de politie ruim 10 procent. 

Vanaf 2023 zal de nieuwe definitie gehanteerd worden. De overgang tussen de oude en de nieuwe defintie is groot, dus beginnen we voor het jaar 2022 in de onderstaande figuur met het eerste jaar van een nieuwe tijdreeks. 

Brontabel als csv (301 bytes)

Aandeel personen met Buiten-Europese herkomst van totale instroom (%)

Aandeel personen met Buiten-Europese herkomst van totale instroom (%)
20222023
Rijk23,724,9
Gemeenten20,119,6
Provincies9,810,9
Rechterlijke Macht12,110,1
Waterschappen8,27,6
Gemeenschappelijke Regelingen12,512,1
Defensie
Politie12,211,6

Het aandeel medewerkers met een Buiten-Europese herkomst in de instroom van nieuwe medewerkers is bij het Rijk en de gemeenten hoger dan in de overige sectoren: bij het Rijk betreft het een kwart van de totale instroom, bij de gemeenten bijna 1 op de 5 instromers. Deze cijfers zijn gebaseerd op de nieuwe definitie van het CBS. 

De ontwikkeling van 2022 op 2023 laat zien dat bij het Rijk en de provincies sprake is van een lichte toename van het aandeel instromers met een Buiten-Europese herkomst, in alle overige sectoren is er juist een lichte daling te zien. 

Brontabel als csv (196 bytes)

Aandeel personen met Buiten-Europese herkomst van totale uitstroom (%)

Aandeel personen met Buiten-Europese herkomst van totale uitstroom (%)
20222023
Rijk18,218,1
Gemeenten14,817,2
Provincies9,39,4
Rechterlijke Macht
Waterschappen7,69,6
Gemeenschappelijke Regelingen1110,3
Defensie
Politie10,510,8

In de bovenstaande figuur wordt het aandeel van werknemers met een Buiten-Europese herkomst in de uitstroom getoond. Voor de uitstroom geldt net als voor de instroom dat het aandeel van medewerkers met een Buiten-Europese herkomst hoger is bij het Rijk en de gemeenten en lager is bij de overige sectoren. Gegevens over defensie ontbreken, de getallen voor de rechterlijke macht zijn in verband met herleidbaarheid te gering om hier te tonen.

In de sectoren gemeenten en waterschappen is van 2022 op 2023 een stijging van het aandeel medewerkers met een Buiten-Europese herkomst uitstroom te zien. 

Brontabel als csv (185 bytes)