Vakmanschap

Vakmanschap is een centraal thema in de gesprekken van DTKO. Hoewel bewindspersonen verantwoordelijk zijn voor hun departement, zijn zij niet altijd het best ingevoerd in de dossiers. Hetzelfde geldt voor topambtenaren die ook niet altijd alle inhoudelijke details kennen. Toch is hun werk kennisintensief en moeten zij dus beslissingen kunnen nemen. De bekende Duitse socioloog Max Weber maakt het onderscheid tussen verschillende typen kennis die ambtenaren zouden moeten hebben, waaronder Fachwissen (inhoudelijke kennis, kennis over dossiers, kennis over beleidsterrein) en Dienstwissen (kennis over processen, kennis over ‘hoe het hier werkt’). De combinatie is cruciaal voor het functioneren van een goede overheidsorganisatie.

Onder ambtenaren is ‘ambtelijk vakmanschap’ inmiddels een ingeburgerde term. Voor bewindspersonen is het ontwikkelen van vakmanschap nog ingewikkelder. Zij dienen behendig te zijn in het politiek-bestuurlijke handwerk, het contact met de Tweede Kamer, nemen van beslissingen en een boegbeeld zijn voor het beleidsterrein. Maar ook de ‘kleine’ aspecten van het werk zijn bij nader inzien heel bijzonder: hoe ‘weet’ je als minister welke details in een dossier van belang zullen zijn in een debat met de Kamer? Dit vereist volgens velen een ontwikkelde vorm van Fingerspitzengefühl.

De rollen van minister en topambtenaar zijn dus niet eenvoudig. Welke vaardigheden hebben zij nodig om hun rol goed te kunnen vervullen? Welke randvoorwaarden zijn er aanwezig om dat te faciliteren en zijn die afdoende? De DTKO-interviews bieden een inkijkje in het vakmanschap en meesterschap (of het ontbreken daaraan) van bewindslieden en topambtenaren aan de hand van specifieke casuïstiek en ervaringen. Sommige crises zijn goed afgehandeld, anderen bleken moeizaam.